Maandag:
Mijn man is een weekje weg. Een behoorlijk eind van huis. Een oceaan overgestoken. Voor zijn werk.
Dat betekende dat er vannacht een wekker ging om kwart voor
3. Manlief werd om half 4 opgehaald. Gek hoor, om afscheid te nemen voor een
hele week. Een ‘bijna-hele’ week. Zaterdag hoop ik hem weer op te halen.
’s Morgens om kwart voor 7 kreeg ik een appje van hem. ‘Ben
je al wakker?’ Jazeker. Ik dacht dat hij zou melden dat hij lekker op z’n
gemakje zat te wachten. Maar niets bleek minder waar. ‘We hebben een giga
probleem.’
En daarna appte hij me over een vergeten paspoort. Nee,
gelukkig niet van hem. Wel van z’n reisgenoot. Wát een stress. Even leek het
erop of manlief alléén de reis moest gaan maken.
Intussen wekte ik de kinderen. Aankleden, eten, afruimen,
haren kammen, alles wat bij de ochtendroutine hoort. En keurig op tijd waren we
klaar. Maar… waar was mijn sleutelbos? Overal gezocht. Zonder sleutel kom ik
niet ver. Gelukkig hebben we een losse reservesleutel voor de voor- en
achterdeur. Maar ik kon de poort niet openen. Dat wordt lastig fietsen. Ik nam
het besluit om lopend naar school te gaan. Kinderwagen in elkaar. Tassen op de
rug. En stevig doorstappen. We waren een paar minuutjes te laat. Ieder zocht
z’n klas op. En even later wandelde ik weer terug naar huis met alléén onze
jongste zoon.
Ik werd op de hoogte gehouden hoe de reis verliep bij mijn
man. Op het laatste nippertje kwam alles goed. Poeh…
Nou, toen moest de dag nog beginnen. Ik zat enorm hoog in
mijn energie door al de stress. O ja, en mijn man bleek mijn sleutelbos mee te
hebben genomen in z’n broekzak. Gelukkig had hij z’n eigen sleutelbos thuis
gelaten. Hij vertelde mij het verstopplekje. En inderdaad, daar lag zijn bos.
Heb ik deze week toch nog sleutels.
En omdat mijn energielevel door alle stress zo hoog lag, ben
ik meteen aan de slag gegaan in huis. Wát kun je een hoop doen ik één ochtend. Héérlijk!
De bovenverdieping en zolder zijn weer spik en span.
Hopelijk verloopt deze week verder zonder al te veel gekke
dingen. Maar gelukkig heb ik veel vangnet om me heen. Ik maak er dankbaar
gebruik van.
Dinsdag:
De tweede dag zonder mijn man. Het
was een normale dinsdag. Dat houdt in dat ik op mijn neefje paste. Ik ben naar
de markt en de bakker geweest. De oudste drie kinderen hadden een schooldag. De
dag was grijs en nat.
Vanmiddag had ik gelukkig weer contact met mijn man. Hij was
net wakker. Gek hoor, dat tijdsverschil.
Ik kreeg spontaan oppashulp. Zo hoefden de twee kleintjes
niet door de regen mee naar school. Het kwam mooi uit, want ze lagen allebei
nog heerlijk te slapen toen ik naar school ging.
En verder merk ik dat het ‘alleen’ voor de kinderen zorgen
best pittig is. Ook al luisteren de kinderen goed. Ook al maken ze gelukkig
(bijna) geen ruzie. Ik sta continu aan. Ik merk dat ik het lastiger vind om
écht te luisteren naar ze. In gedachten ben ik te druk.
Stiekem tel ik al af…
Woensdag:
Gisteravond heb ik er wel even flink van gebaald. Weer een
saaie avond. Weer een koud bed. Ik nam een kruik mee. Kon ik toch nog ergens mijn
koude voeten aan opwarmen. En toen ik eindelijk in bed lag, kon ik niet in
slaap komen. Zó druk in mijn hoofd. En ik heb heel onrustig geslapen. Eén van
de kinderen was nogal in de weer vannacht. En zoals gebruikelijk, had de
jongste halverwege de nacht zin in een fles drinken.
Maar vanmorgen scheen het zonnetje. Ik zag het allemaal weer
wat rooskleuriger in. Het was weer een échte woensdag. Alle kinderen hadden hun
eigen planning. De één had afgesproken met een vriendinnetje, de ander had een
feestje, en de derde had nieuwe laarzen nodig. En tussendoor deed ik het
huishoudelijk werk. Ik wil zó graag dat het snel zaterdag is. Daarom werk ik
keihard in huis. Normaal gesproken plan ik al het werk in, zodat ik elke dag
iets doe. Ik ben nu al klaar tot en met vrijdag, en heb zelfs allerlei extra
klusjes gedaan.;)
Vandaag heb ik wat appjes gekregen, en wat gesprekjes gehad
op het schoolplein, over wat mijn man in de USA moest doen. Ik weet het zelf
ook niet precies, maar ik noem het maar een beurs, met allerlei workshops. En
anders moeten ze het maar even rechtstreeks aan hem vragen.:) Ik krijg reacties
dat men respect heeft voor mij, dat ik nu tijdelijk in mijn eentje voor de
opvoeding sta. En natuurlijk is het lief en aardig om te horen. Toch voel ik me
helemaal niet stoer ofzo. Ook niet zielig. Gewoon. Ik doe het. Want ik gun mijn
man dit.
Weet je waar ik pas respect voor heb? Voor mensen die er
altijd alleen voor staan. Ik tel de dagen af, maar wat als er niets af te
tellen valt? Als dit je leven is? Dat is toch niet vol te houden?
En nu is het woensdagavond. Het voelt alsof we op de helft
zijn. En ik rekende het net even uit, maar het is zelfs al over de helft.
Terwijl ik dit schrijf, merk ik dat ik er vandaag een stuk
relaxter in sta dan gisteren.
Donderdag:
Tjonge, over de helft. Dat gevoel geeft lucht. ’s Morgens
had ik het gevoel alles onder controle te hebben. Boodschappen gehaald. Alle
was en strijk weggewerkt. Hét genietmoment: een lege wasmand. Dat vierde ik met
een lekkere cappuccino in het kantoor van mijn man. Want daar scheen de zon zo
lekker op de ramen.
Maar ’s middags, terwijl ik een restje eten van de vorige
dag naar binnen zat te werken, ging de telefoon. De juf. Of ik even zoonlief op
kon komen halen. Of met schone kleren en een washand naar school wilde komen.
Hij had namelijk iets in z’n broek zitten, wat dat niet hoort… zonder in
details te treden. Een vies klusje om schoon te maken. Nadat hij gedoucht was,
kreeg hij weer praatjes.
’s Avonds hebben mijn man en ik nog gevideobeld. (Ja, dat is
echt een woord. Bellen met beeld.) Fijn om elkaar weer even te zien en te
spreken. Verder hebben we wel appcontact, maar er is wel een tijdsverschil van
acht uur.
Toen de kinderen allemaal op bed lagen, was ik zelf ook moe.
En eindelijk begint het een beetje te wennen zonder man. We sliepen allemaal de
hele nacht door.
Vrijdag:
Nu is het bijna zover. Ik begin de uren af te tellen. Mijn
man heeft nog een ‘vrije dag’ en daarna begint de lange reis.
De kinderen hadden vandaag een half dagje school. Deze
middag heb ik ze lekker om me heen. De oudste werd alweer opgehaald door twee vriendjes.
De andere spelen vanmiddag lekker thuis.
Ik heb deze avond oppas, en ga een avondje vrijwilligerswerk
doen. Stiekem heb ik daar best wel zin in. De afgelopen vier avonden vond ik
namelijk best pittig. ’s Avonds valt het alleen-zijn me het meest tegen.
Overdag vult het zich allemaal wel op, maar ’s avonds voelt het wel écht
alleen.
Zaterdag:
Eindelijk, vandaag gaan we hem ophalen. Ik voel me
gespannen, vanwege het rijden. Ik ben daar niet zo goed in. Maar ik voel me ook
heerlijk. De week zonder hem ben ik goed doorgekomen. Blijkbaar kan ik dit.
De ochtend verloopt lekker rommelig. De kinderen smeren wat
brood, om mee te nemen. Dan hoeven we op het vliegveld niks te kopen.
Eindelijk heb ik alles ingeladen, en het huis ziet er
redelijk netjes uit. We brengen zoon D naar mijn zusje. Zij past op. En dan
rijden we met z’n vieren richting Schiphol. Oudste zoon zit voorin. Hij helpt
mij met de navigatie. Een paar extra ogen. Die kan ik nu wel gebruiken.
Op het vliegveld heb ik bijna de hele tijd appcontact met
mijn man. Zo weet ik wanneer hij geland is. En dat hij na het landen nog niet
meteen uit het vliegtuig kon. Het duurde nog wel drie kwartier. En daarna appte
hij bij welke bagageband hij moest zijn. Dát was handig. Wij konden achter het
glas de bagageband zien. De kinderen waren superlief. Ze herkenden Schiphol van
een vorig uitje. En ineens zag ik mijn man staan. Wachten op z’n koffer.
De kinderen stormen naar het raam toe. Zoon C roept dat het
raam open moet. Andere mensen beginnen te lachen. En dan, eindelijk, komen de
koffers op de bagageband. Manlief vist zijn koffer er tussenuit. En dan loopt
hij naar de uitgang. Wij lopen er ook naar toe. Met een groepsknuffel tot
gevolg. Eindelijk!!
De maandag erna:
Manlief is thuis. Zo fijn!
Zaterdagavond was hij enorm moe. Een jetlag. En hij was ook
niet helemaal fit.
Dan denk je alles achter de rug te hebben… Hij deed voor de
zekerheid even een coronatestje. En…. Die was positief. Wat een pech. De rest
van ons gezin is ook getest, maar iedereen was negatief.
Inderdaad wat een week!
BeantwoordenVerwijderenPoeh, wel balen dat na zo'n pittige week in je eentje je man ziek wordt!
BeantwoordenVerwijderen