Of ik zin had om naar een concert te gaan? Ja natuurlijk! Ik moet tenslotte wat vaker dingen gaan ondernemen ’s avonds. Zegt mijn man. En hij heeft gelijk. Alweer.
Het concert werd gehouden in een kerk. Een andere kerk dan
waar we zelf lid van zijn. Dus alles gaat net even anders dan ik gewend ben. En
dan merk ik wat voor gewoontedier ik ben, zo gewend aan allerlei tradities. Daarom
was het juist fijn om in een ander soort kerk te zijn. De mensen daar zijn net
een soort familie van elkaar. Mensen kennen elkaar goed en weten wat ze aan
elkaar hebben. En ze staan klaar voor elkaar. Zo mooi om dat van een afstand te zien!
We arriveerden aan de vroege kant. Dus we konden vrij ver
vooraan zitten. De voorste bank voelt altijd een beetje ongemakkelijk, tweede
ook. We kozen voor de zekerheid maar voor de vierde. Langs het middenpad. Zodat
we zeker weten dat de dwarsfluit niet vlak naast ons zou schetteren.
De koren kwamen recht tegenover ons te zitten. We konden dus
ongegeneerd mensen kijken. Bekijken en worden bekeken. Maar vooral bekijken.
Wat valt er veel te zien.
Eerst een welkomstpraatje. Wat een gezellige dominee. Geen
gedoe met papieren programma’s, maar alles was via het scherm te volgen. Na een
openingspraatje kondigde hij een samenzang aan.
En daarna begonnen de koren. En ik kon ze ongegeneerd aan
het werk zien. Er waren twee verschillende koren. Een groep jongeren, en een
groep gemengd van semi-jong tot en met bejaard. Ze zongen samen en ook
afzonderlijk van elkaar.
Prachtig, mensen die vol overgave zingen. Met hun mond vér
opengesperd. Ik had tanden en kiezen kunnen tellen, en zelfs de amandelen
kunnen controleren. Zonder schaamte.
Sommige mensen stralen ook helemaal als ze zingen. Zo mooi!
Maar mensen kunnen ook heel moeilijk kijken tijdens het
zingen. Alsof ze hard geknepen worden. Of heel nodig naar het toilet moeten.
Vond ik ook inspirerend om te zien. Het viel me vooral op bij hoge tonen.
Of van die adolescente jongens die het toch een beetje awkward vonden om uit volle borst te zingen.
De pianist won de show. Ik heb hem niet helemaal gezien.
Alleen z’n haar, en een stukje voorhoofd. Soms deinde het heen en weer, soms sprong
het bijna op. Hij was in ieder geval continu in beweging. Inclusief toonladders
dwars door de liederen heen. Werkt enorm op mijn lachspieren. Maar wat kon hij
spelen!
En dan die interactie tussen de dirigent en het koor.
Blijkbaar fluistert de dirigent iets grappigs, want om de monden van de
koorleden krult een lach.
Soms dacht ik een kunstgebit te zien vallen en werd er kwijl
uit de mappen geveegd. Maar ook de oude mensen zingen vol overgave. Sommigen
waren buiten adem en gingen weer gauw zitten.
En dan die mappen. Iedereen keurig dezelfde. Aan de buitenkant
zie je geen verschil. Maar zodra de map opengaat, dat komen de karakters
tevoorschijn. De één heeft het keurig op volgorde. De ander blijft maar
bladeren en zoeken. En eindelijk gevonden valt de map, of rollen er allerlei paperassen
over de vloer.
Mensen kijken is toch wel een favoriete bezigheid. Maar na
anderhalf uur was het welletjes.
En weer naar huis. Nu wil ik ook piano kunnen spelen.
Maar het grote probleem bij mij: ik wil het wel zijn, maar
niet worden.
Het klinkt alsof je een fijne avond hebt gehad Liselot!
BeantwoordenVerwijderenDat was het zeker!
Verwijderen