‘Zal ik nog even voorlezen?’
‘Ja graag! Van Pietje Puk.’
En zo zaten we samen in de tuin, op de loungebank.
En ik las…
Ik probeerde het te snappen.
Ik zag bakker Fijnebol in een (sleutel)gat van de deur
staan. Met een grote fles parfum. En een schep.
En ik las de zin nog eens…
Als Pietje bij de bakkerij van Fijnebol komt, staat de
bakker een luchtje in het deurgat te scheppen.
Een deurgat… Dat moet het sleutelgat zijn. Bakker Fijnebol
staat ín het deurgat. Dat past nooit. Dan moet het toch een groter gat zijn. Of misschien
was de deur wel kapot.
En het luchtje? Dat is die parfum. O nee, er wordt natuurlijk
die lekkere geur van versgebakken brood bedoeld.
Hij schept het. Dus waarschijnlijk zwaait hij met een schep
rond om die geur bij het gat in de deur te krijgen. Want geur kun je niet
scheppen, hooguit de lucht verplaatsen.
Ik vond het een heel rare zin.
‘Snap jij het?’
‘Nee, jij ook niet he?’
En ineens… viel het kwartje. Het lampje ging branden.
De deur is niet kapot. Het heeft al helemaal niks met geur
te maken. Er wordt niet gezwaaid met een schep.
Hij staat gewoon even bij de open deur frisse buitenlucht in
te ademen. Een frisse neus halen, zou ik zeggen. Spreekwoordelijk…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten