Zwemles. Bij ‘ons’ zwembad zijn de niveaus verdeeld in verschillende kleuren. Zoon B is aangekomen in het laatste bad. Rood.
De resultaten per onderdeel worden bijgehouden door middel
van smileys. Hoe blijer het gezicht, hoe beter het ging. Zo hebben wij ook een
beetje inzicht in hoe de voortgang gaat.
We gingen over van een oud gebouw naar een nieuw gebouw. Eén
van de vele voordelen is dat we nu dus mee kunnen kijken vanaf een tribune.
Dan heb je dus 40 minuten de tijd om je kind te observeren.
Verder is het alléén maar wachten. En zweten. Want het is er héél erg warm. Zó
warm dat ik voordat ik naar zwemles ga me even omkleed naar wat zomers en
luchtiger.
De laatste paar lessen nam m’n man voor z’n rekening.
Vanaf dat zoon B in het diepste bad (rood) mocht zwemmen,
lukte het hem niet meer zo goed om door het gat te zwemmen. Je weet wel, zo’n
zeil onder water met een gat erin. Het zeil hangt 3 meter van de kant. Het is
een kwestie van (diep) duiken en een paar slagen zwemmen.
De eerste les dat B in het diepe bad door het gat moest
zwemmen, lukte het de helft van de pogingen. De tweede les nog maar de helft
van de helft. En de keer daarna helemaal niet meer. In plaats van duiken ging
hij springen. Hij zwom direct terug naar de kant. Je zag het per keer
verslechteren. Je zag vooral dat hij er zelf van overtuigd was dat hij het niet
kon.
En daar zit m’n man dan te observeren. Zien dat hij niet
meer gelooft dat hij het kan. Een frustrerend gevoel. Hij kan het, dat is
zeker. Maar hij weet het zelf niet meer. Het plezier in zwemmen verdween. Dat
straalde hij helemaal uit. Hangende schouders, geeuwen en bibberen…
Maar hoe doorbreek je nu dit patroon? Is het een kwestie van
afwachten? Doorzetten? Op hem inpraten? Een beloning geven? Tuurlijk, de
badmeester legt het uit en doet het voor. Maar blijkbaar komt de boodschap niet
helemaal over…
M’n man had een goed idee.
Hij ging de dag erna samen met zoon B zwemmen. Zoon A mocht
ook mee. Dus, met z’n drieën gingen ze zwemmen. M’n zusje had een badenkaart
die bijna verliep, dus daar mochten we gebruik van maken. Jammer als het
verloopt, en nu konden we er heel nuttig gebruik van maken.
En wat denk je? Diezelfde badmeester was aan het werk. Hij herkende
onze zoon direct en noemde hem bij naam. Ook benoemde hij het duiken en door
het gat zwemmen. Met een aantal tips van hem gingen ze oefenen. En ja hoor, het
lukte B om én goed te duiken én meer dan 3 meter onder water te zwemmen.
B heeft zin om vrijdag, tijdens de zwemles, te laten zien
dat hij het nú kan. Wat een uurtje zwemmen met papa wel niet voor hem betekent!
Overigens zijn er bij ons zwembad ook speciale meezwemlessen
voor kinderen die blijven steken op hetzelfde niveau. Daar hadden we achteraf
gezien ook gebruik van kunnen maken.