Als ik de krant opensla, als ik op internet lees, als ik gesprekken voer, vaak gaat het over de energiekosten en de dure boodschappen. Het raakt ons allemaal. Het houdt ons bezig. Iedereen gaat er op een andere manier mee om. En écht, er zijn héél schrijnende gevallen. Het levert stress op. Mensen maken zich zorgen. Sommigen komen in een slachtofferrol. De ander is strijdlustig. Een derde wijst naar de regering.
Maar…
Ik was aanwezig op een bijeenkomst, waar we meer hoorden
over de situatie in Oekraïne. Het lijkt me goed om daar iets over te schrijven.
Er werd verteld over de situatie aan het begin van de
oorlog. Paniek... Vluchten? Vechten? Ouders en kinderen die elkaar
kwijtraakten. Verscheurde gezinnen. Huisdieren achterlaten. Enorme files.
Overvolle treinen. Maar vooral de angst.
We zijn een half jaar verder, sinds dat de oorlog is begonnen.
In Oekraïne is de situatie nog steeds verschrikkelijk. Al bijna 10.000 soldaten
die omgekomen zijn. Huizen, scholen en ziekenhuizen zijn kapot. Alle ‘zekerheden’
die mensen in hun leven hebben opgebouwd, zijn allemaal weg. Niet voor te
stellen voor ons.
Wij voelen ook iets van de oorlog. Bij ons stijgen de energieprijzen. Politiek gezien valt er veel over te zeggen. Ik waag me daar niet aan. Maar ik voel vooral het contrast.
In Oekraïne wordt het ’s winters heel koud. Tussen de 2
graden en -8 graden. Daar vriezen mensen dood.
Wij moeten het gasverbruik minderen met 30%.
In Oekraïne moeten mensen rondkomen van €50,- per maand.
De armoede is heel groot. Ja, zelfs voor mensen die les gegeven hebben op een
universiteit. Ze krijgen eten uit gaarkeukens, gesponsord door bijvoorbeeld Nederlandse
goede doelen, anders zouden ze van de honger sterven.
Wij hebben een koopkrachtverlies van misschien 10%.
Het land Oekraïne verdient voornamelijk hun geld aan
graan en zonnebloemen. Oogsten wordt heel moeilijk als er ook gevochten moet
worden. Maar ook steken Russische soldaten graanvelden in brand. De oogst wordt
vernietigd.
Onze broodprijzen stijgen.
En wat nou zo bijzonder is? Ze klagen niet over kou,
armoede of verloren oogsten. Ze danken voor de kop soep uit de gaarkeuken, voor
de warme kleren en dekens, voor brandstof, wat ze allemaal kregen vanuit
Nederland en andere landen.
Wij kunnen de oorlog niet stoppen. We kunnen niets. Niets...? Laten
we voor hen bidden. Als ze Gods nabijheid ervaren, krijgen ze de beste troost
die er bestaat.
En in ons land voelen we de gevolgen van de oorlog. En
nogmaals, er zijn mensen die het heel zwaar hebben. Daar wil ik niets van af
doen. Maar kijk eens naar het contrast.
Tel uw zegeningen.
Fijn dat je dit zo onder de aandacht brengt. Ik schrok vorige week toen ik hoorde hoeveel soldaten er al - aan beide kanten - gesneuveld zijn. Allemaal jongens en mannen, een enkele vrouw waarschijnlijk - die een moeder, vader, zus, broer, etc hebben. Die mensen moeten door terwijl een waardevol leven aan deze zinloze strijd is opgeofferd. Voor ons niet voor te stellen, en toch zo dichtbij.
BeantwoordenVerwijderen