De twee weken vakantie liepen ten einde. Het voelde veel langer. Maar toch kwam er een einde aan. Op de laatste avond pakten we vast de koffers in. De kinderen sliepen. Veel handiger.
De ochtend van vertrek gaf ik de kinderen allerlei klusjes.
De één moest het afval wegbrengen. De ander sjouwde tassen naar buiten. De
volgende veegde de tuin aan. De jongste deed een slaapje. En terwijl mijn man
alles opruimde, poetste ik het huisje. Zo hadden we het afgesproken. Schoon
opleveren.
Ruimschoots binnen de afgesproken tijd was het al klaar.
Alles ingepakt en alles schoon. Na een kort praatje met de verhuurder, en de
wens uitgesproken te hebben dat we dolgraag nog een keer komen, konden we
vertrekken. Rijden maar, richting huis. Waar ik normaal gesproken enorm naar
huis verlang, was dit de eerste vakantie dat ik nog wel een poosje had willen
blijven. Niet alleen om het huisje en de aardige mensen, maar ook om het
afkoelen in de zee en het zwembad. Maar we konden niet blijven. Het huisje was
al verhuurt aan anderen.
Na een rit van een paar uur, inclusief de nodige file,
kwamen we thuis. En toen voelde ik het toch. Fijn! Thuis!
Het eerste wat me opviel was de vloer. Wat een mooie vloer
hebben we toch… En ons huis leek me groter dan ik had verwacht. Zo netjes. En
de kleuren, wow! Gek, dat zulke dingen me pas opvallen als ik een paar weken
weg ben geweest.
We pakten koffers uit, de wasmachine werd aan het werk
gezet, alles werd gelucht, de post werd doorgelezen. De kinderen gingen, nadat
ze hun eigen koffer hadden geleegd, met de lego spelen. Dat hadden ze het meest
gemist.
’s Avonds zaten we met z’n tweeën buiten. Het werd al snel
donker. Gezellig, de lampjes aan. Wat hebben we het toch goed thuis.
En dan lekker slapen. Want ons bed heb ik écht gemist..!
Herkenbaar! En misschien maar goed ook, tenzij je je je hele leven op vakantie kan, maar volgens mij is het dan geen vakantie meer maar een leefstijl, en dan gaat dat misschien ook wel weer saai worden.
BeantwoordenVerwijderen