Onze baby heeft een sprong gemaakt. Nee, niet op de trampoline. Maar zo noemen ze een stap in de ontwikkeling. De ontwikkeling van een baby gaat in stappen. Ineens kan hij van alles. Waar hij tot voor kort aan borstvoeding genoeg had, eet hij nu. Brood, fruit, groente, aardappels, vlees, kwark. Alles gaat erin.
Soms moet hij wennen aan de structuur of smaak. Dan komt het
er met dezelfde vaart weer uit. Alles wat ik voor hem neerleg op tafel pakt hij
zelf, en stopt het in zijn mond. Een paar weken geleden dacht ik nog dat het
‘nooit’ zou gebeuren. Ja, soms zijn mijn gedachten lichtelijk dramatisch. Maar
nu heeft hij het in de gaten.
Zelfs uit een flesje drinken gaat hem goed af. Soms twijfel
ik wel of hij het zelf heeft gedronken, of dat één van zijn broers heeft ‘geholpen’.
Maar gisteren was ik er zelf getuige van. En het ontroerde me echt… Ik voel dat
we een fase aan het afsluiten zijn. En in een nieuwe fase komen. En dat maakt
mij vooral blij. En ook een heel ietsjepietsje klein beetje weemoedig.
Ik voel dat er een begin. Dat er ruimte komt voor mezelf. En
dan maakt mijn hoofd overuren. Want ik heb zo’n zin om weer te gaan werken. Om
zomaar een dag (of twee) iets anders te doen. Ik zou nog wel weer een opleiding
willen gaan doen. Ik heb al een sterke voorkeur voor een bepaalde richting,
maar eerst zou ik eens een dag mee willen lopen. En omdat onze baby nu niet
meer afhankelijk is van borstvoeding, worden deze gedachtes serieuzere opties.
En terwijl ik dit schrijf, vind ik het ook best eng. Er
komen talloze redenen in mijn hoofd om het (nu nog) niet te doen. En daarna
weer allerlei argumenten om het juist wel te doen. Het lijkt wel alsof ik met
mezelf discussies voer. In mijn hoofd. Gelukkig kan niemand het horen…
Vijf jaar geleden raakte ik eraan toe om te stoppen met
werken, en volledig thuis bij de kinderen te blijven. Toen onze derde zoon werd
geboren, hadden we drie kinderen onder de vier jaar. Na de zomervakantie gaat
onze derde zoon naar groep 1. En nu raak ik er langzaamaan aan toe om weer buitenshuis
te gaan werken.
Maar mijn hoofd blijft maar overuren maken. Alle opties van
banen komen voorbij. Van ziekenhuis tot pleegzorg, van administratief tot
onderwijs tot het schrijven van een boek. In eerste instantie lijkt mij altijd
alles leuk. Maar ik sta nu anders in het leven dan toen ik mijn eerste baan
begon. We hebben een gezin. En dus veel verantwoordelijkheden. We hebben ook de coronapandemie meegemaakt. Ik was blij dat ik in die periode geen baan had. Thuiswerken is sindsdien bespreekbaar. Sterker nog, mijn man moet er niet aan denken om iedere dag naar kantoor te gaan. Dit zijn allemaal kansen.
Heerlijk om dit even van me af te schrijven. Ik maak nu nog geen
plan van aanpak. Ik laat deze gedachten gewoon toe. En dat geeft mij energie.
Schrijven is goed inderdaad om je gedachten te ordenen. Ik denk dat het vanzelf helderder wordt in je hoofd. Zoiets heeft vaak ook even tijd nodig om als het ware uit te kristalliseren.
BeantwoordenVerwijderen