Tien dagen geleden waren er koningsspelen op school. Die ochtend was er geen les. Wel een schoolontbijt. En na het ontbijt werd er gezongen op het plein. En na het zingen waren er allerlei spelletjes te doen op het plein. Gelukkig was het droog.
Aansluitend begon de meivakantie. Een vakantie van maar
liefst twee weken. Kijk, dat is nog eens de moeite. We zijn dus ‘nog maar’ op
de helft. Of ‘al’ op de helft. Net hoe je het bekijkt.
Vakantie kan namelijk heerlijk zijn. Leuke dingen doen. Niet
zo geleefd worden door de klok. Maandag was zo’n heerlijke dag. We hadden een
enorme tas met kleren gekregen. In de maat van zoon A. Hij wilde alles passen.
Ja, letterlijk alles. En ik wilde daarbij zijn. Om een beetje orde en overzicht
te creëren. We waren er een ochtendje zoet mee. Aan het eind van de ochtend
werd het droog, en stapten we op de fiets. Naar m’n ouders. We aten meteen even
een boterhammetje mee. ’s Middags gingen de jongens in bad. Zoon A en B wilden
véél water en heel lang in bad. Om half 3 in stapten ze in het water. Om kwart
over 5 kwamen ze weer beneden. Zelf gewassen en afgedroogd. En ze hadden zelfs
de badkamer (een beetje) drooggemaakt.
Maar vakantie kan ook pittig zijn. Bijvoorbeeld als één van
de kinderen zich verveeld. En dat in combinatie met een regendag. Of als het allemaal
niet gesmeerd loopt.
Maar het kan nog anders. Als één van de kinderen kwijt is.
Op een middag ging zoon A samen met z’n vriendje spelen. Ze
mochten van mij de pakken/glazen/blik wegbrengen. Een grote tas vol. Ja, daar
hadden ze zin in. Na een half uurtje kwamen ze terug. ‘We gaan naar het eekhoorntjesbos
en de tas nemen we mee. Want misschien komen we nog statiegeldblikjes tegen.’ Prima.
De hele middag waren ze weg.
Tegen het eind van de middag ging ik ze maar eens opzoeken.
Het vriendje moest namelijk weer naar huis. In het eekhoorntjesbos was niemand
te bekennen. Lichtelijk geïrriteerd ging ik verder zoeken. Ze mogen van mij
heerlijk spelen, als ze maar zeggen waar ze naartoe gaan. Ik fietste een rondje
langs alle mogelijke speelplekjes. Ze waren nergens. En nog een rondje. Nog
steeds nergens te bekennen. Daarna ging ik maar eens bij andere vriendjes
aanbellen of ze daar waren. Nee hoor, niemand had ze gezien. Onze vrienden (de
ouders van het vriendje) waren ook gaan zoeken. M’n man had mij afgelost om ook
te gaan zoeken. Dus drie volwassenen waren aan het zoeken. Maar we konden ze
nergens vinden…
Nou, mijn irritatie had plaats gemaakt voor bezorgdheid. Ik
was zó ongerust. Het eten was allang klaar en werd alweer koud. En wat kunnen
je gedachten met je op de loop gaan. Wat zou er gebeurt zijn? Zou hij ooit gevonden
worden?
Ik overlegde even met mijn man, en besloot om de politie te
bellen. Die pakte de melding serieus op. Er werd een plan gemaakt: Ik moest
thuis blijven. Er zou een eenheid naar mij toekomen. Ze gingen een foto
verspreiden onder de collega’s. Er ging een eenheid naar het eekhoorntjesbos om
van daaruit te gaan zoeken. En verder moest ik heel veel vragen beantwoorden. Poeh…
En terwijl ik de politie aan m’n mobiele telefoon had, ging de huistelefoon. Mijn
man. ‘We hebben ze gevonden! In goede gezondheid. Ze waren een heel eind de hei
op gelopen.’
Zoon A en z’n vriendje hadden geen horloge om. Ze hadden ook
geen enkel besef van tijd. Ze waren gewoon heerlijk gaan spelen. Geen enkele
gedachte over naar huis gaan of etenstijd.
Wat een ontlading als je je zoon dan weer tegen je aan kunt
drukken.💖
En die grote boodschappentas die ze mee hadden? Die zat vol
met afval. Zakjes brood (lunchpakketjes), die wilden ze aan de eendjes gaan
voeren. Stukken ijzer. Volgens A hadden ze zelfs een stuk rioolbuis gevonden.
Een lege batterij zat er ook in. ‘’Want mama, die hoort niet in de natuur.
Lever hem in, geef hem een nieuw begin. Dus die ga ik inleveren.’’ En verder zat er nog een hoop
lege flesjes en blikjes in de tas. En nog heel veel ander afval.
Dan kun je toch niet anders dan héél veel van hem houden?
Hij is wel behoorlijk geschrokken en daarom houdt hij zich
nu heel goed aan de afspraken.
Een paar dagen later komt A thuis met… een prikstok.
Gevonden in de natuur. Nu kan hij nog meer afval opruimen. Hij heeft ook speciale
handschoenen gekregen. Want hoewel ik het supergoed vind dat hij graag afval
opruimt, vind ik het ook heel erg vies en soms gevaarlijk. Laatst kwam één van
de kinderen met een bebloede hand thuis. Gesneden aan een blikje. Dus ik ben
helemaal blij met z’n vondst.
Heeft hij de volgende keer wel een horloge?
BeantwoordenVerwijderenHij heeft een horloge (maar leeft niet met de tijd, dus vergeet erop te kijken)
VerwijderenPfffff. Dat was een paniek situatie! Je had waarschijnlijk al het een volgende scenario in je hoofd! Toch maar hem iets om laten doen zodat je hem kunt bellen. Dat moet ie echt wel kunnen horen! Gelukkig goed afgelopen.
BeantwoordenVerwijderenJe paniek na een tijdje kan iedereen zich goed voorstellen, en dan ook nog 3 kinderen thuis die je niet te ongerust wil maken.
BeantwoordenVerwijderenIk ben met mijn roeibootje eens verdwaald in de kreken langs de Westeinder, zelf had ik dat niet zo in de gaten, was alleen en aan het zoeken naar seringenbomen die daar veel werden gekweekt en afgedankte werden als opvulling tussen de beschoeing gebruikt en soms gingen die weer bloeien. Plotseling zag ik de boot van mijn ouders die me kwamen zoeken, in de smalle slootjes waren ze ook tegen een tak aangevaren waardoor er ook een raam kapot was. Boos waren ze later ook echt op me.
Oh jongens, wat zullen jullie in de rats gezeten hebben...
BeantwoordenVerwijderenFijn zulke opruimers (erg! dat ze zoveel vinden) ze verdienen een PLUIM, nu nog tijd in de gaten leren houden hè.
Ik ben mijn kinderen ook weleens kwijt geweest. Ze waren toen 5 en 6 en gingen een eindje fietsen. Uren later waren ze nog niet terug. Gelukkig is het goed gekomen, maar ik heb echt in angst gezeten.
BeantwoordenVerwijderenPfoe, wat zullen jullie ongerust zijn geweest! Maar wat heerlijk toch, om zo te kunnen spelen en de tijd en de ruimte vergeten - ik moet zeggen dat ik me herinner dat ik dat vroeger als kind ook kon...
BeantwoordenVerwijderen